18 oktober 2018

DE ONTWIKKELING VAN HET MIDDELEEUWSE KASTEEL IN NOORD‑BRABANT

door: Drs. Bas Aarts

Hij werd geboren in Hilvarenbeek in 1947 . Hij studeerde geschiedenis aan de Katholieke Leergangen in Tilburg en vervolgens aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Hij was als docent geschiedenis een werkzaam leven lang verbonden aan het Bisschop Bekkerscollege te Eindhoven. Hij publiceerde in diverse bladen en boeken over regionaal‑ historische en castellologische onderwerpen. Hij is voorzitter van de Vereniging ‘Vrienden van Brabantse Kastelen’, redacteur van ‘Het Brabants Kasteel’, gastonderzoeker aan de Universiteit Leiden en momenteel bezig met dissertatieonderzoek naar de motte‑burchten in het hertogdom Brabant.

 

 

DE ONTWIKKELING VAN HET MIDDELEEUWSE KASTEEL IN NOORD‑BRABANT

De ontwikkeling in de kasteelbouw in het tegenwoordige Noord‑Brabant week niet echt af van die in de omringende gebieden. De kasteelhistorie start in de 11de eeuw met het wijdverbreide type van de motte‑burcht; de kunstmatige heuvelburcht. De meeste adellijke grootgrondbezitters, in wat toen nog Texandrië heette, kunnen langs archeologische of historisch‑archivalische weg gekoppeld worden aan een dergelijke, landschappelijk overheersende, constructie (Oisterwijk, Oirschot, Eindhoven, Heeswijk, Vught).In de loop van de 12de en 13de eeuw zullen deze heren hun relatief zelfstandige positie kwijtraken ten gunste van de hertog van Brabant bij diens opmars naar het noorden. Dit integratieproces van Texandrië naar Noord‑Brabant zal zijn beslag krijgen door middel van diverse ‘stadsstichtingen’ (Oisterwijk, Eindhoven, Sint-Oedenrode, Helmond), waarbij verschillende van deze oudere burchten een pre‑stedelijk element vormden. De ontwikkeling van het middeleeuws kasteel zette ondertussen door met de aanleg van ronde waterburchten (zonder kunstmatige heuvel), waarvan we in Wouw e en bijzonder exemplaar hebben gehad.
De algemeen Europese stap naar vierkante waterburchten (13de eeuw) kreeg in onze regio een wat verlate navolging. Er zijn omstreeks 1400 diverse voorbeelden aan te wijzen van uitvoerige bouwactiviteiten, waarbij bestaande kastelen gemoderniseerd werden (Heeswijk) of, met vierkant grondplan, nieuw gebouwd werden volgens snel ontwikkelende inzichten (Helmond, Gemert, stadskasteel Eindhoven, Asten). Parallel hieraan bleef de meer eenvoudige woontoren (Loon op Zand, Onsenoort, Deurne, Geldrop) zeer in trek als verblijfplaats voor met name de lage adel. De verdere ontwikkeling van het geschut zou echter in de loop van de 16de eeuw er voor zorgen dat het kasteel, van welk type dan ook, niet meer aan zijn beschermfunctie kon voldoen. Slechts de status benadrukkende woonfunctie resteerde, of het verval. Wel is er nog een groot aantal adellijke “omgrachte huizingen” of ‘slotjes’ (zonder echte verdedigingswaarde) bewaardgebleven.

De lezing zal vóór de pauze een beeld schetsen van de algemene ontwikkeling van de kastelenbouw in de Middeleeuwen. Na de pauze zal de nadruk liggen op de kastelen in de eigen regio rond Eindhoven en Helmond.