De windmolen de Roosdonck is gelegen in het landelijk gebied de Roosdonken aan de Gerwenseweg te Nuenen. Deze molen, een belt- of bergmolen, een bovenkruier, is in 1883/84 gebouwd door Marcelis van den Eijnden. Op 17 oktober 1883, tijdens de bouw, stortte de molen in, waarbij een zeventienjarige metselaarsknecht om het leven kwam. Vele verhalen gaan hieromtrent rond: Slechte specie, te zachte stenen en een te lage molenberg. Het een en ander is te lezen in het tijdschrift Drijehornickels (www.drijehornick.nl button Drijehornickels).
Uit de archieven blijkt dat men terstond na het puinruimen begon met de herbouw, zonder het rechterlijk onderzoek af te wachten.
Op 13 augustus 1884 werd de molen als korenmolen in gebruik genomen. Peter van den Eijnden, zoon van Marcelis, werd de eerste molenaar. Op 9 juni 1903 verkoopt Peter van den Eijnden de molen met erf en bouwland voor 7.000 gulden aan molenaar Henri Merks. Henri Merks had de molen reeds enige tijd van te voren gehuurd. Peter van den Eijnden stond inmiddels als koopman bekend. Zijn activiteiten lagen duidelijk buiten die van de molen.
De windmolen was een geduchte concurrent van de watermolen. Zo ook was de familie Sengers van de Opwettense watermolen niet blij met de komst van de windmolen aan de Gerwenseweg.
Hierdoor kon de familie Sengers van de watermolen in der tijd geen bezwaar maken voor de bouw van de windmolen.
Stilzwijgend moest dit geaccepteerd worden.
Op 16 februari 1971 kocht de gemeente Nuenen de molen van Noud Merks. Een grondige restauratie bleek noodzakelijk, met name de kap. Deze reparatie werd afgerond in 1972. In augustus 1973 werd de molen opnieuw in gebruik genomen, kreeg een officiële naam De Roosdonck en kwam op de lijst van de Rijksmonumenten.
Alvorens Hennie Merks, de zoon van Noud, de molen in 1983 van de gemeente terugkocht, werd deze opnieuw grondig vernieuwd.
Tot op de dag van vandaag is Hennie Merks de eigenaar. Een groep vrijwilligers houdt de molen draaiende.