De zusters en de ‘bewaarschool’

Pastoor Pauwels schreef in het Memoriale” van de Clemensparochie: “… dat de schoolen den 1 jan. 1888 meer dan 200 kinderen bevatten.” En dat was dus precies een half jaar, nadat de zusters van J.M.J. op 1 juli 1887 hun werkzaamheden begonnen waren.

De school was aanvankelijk een zogenaamde “ingebouwde school”, hetgeen wil zeggen dat de 4 lokalen in het kloostergebouw zelf waren opgenomen. Dat was dan in dit geval in de zijvleugel, die gelegen was aan de tegenwoordige Kloosterstraat (toen echter nog “Hei-Eind” geheten). De school droeg vanaf het allereerste begin de naam van ‘Heilig Hartschool’ en bestond aanvankelijk uit zes klassen voor het lager onderwijs (in drie lokalen) en twee klassen voor de “bewaarschool” (in één lokaal). Vóór de school lag aan de huidige Kloosterstraat de speelplaats, die omgeven was door een hoge muur met poort.

In het eerste jaar, 1888, telde de bewaarschool van de zusters al 79 jongens en meisjes; en daarnaast nog 4 kinderen, die als “armen” stonden ingeschreven (en die de school dus kosteloos bezochten). Samen dus 83 kleuters.

De toeloop naar deze nieuwe “ingebouwde” H. Hartschool was volgens de opgave van 1888 dus zeer groot. Voor de bewaarschool betekende het aantal van 83 kleuters méér dan 40 per klas! De bewaarschool bestond toen namelijk uit twee klassen; in de eerste klas zaten 4- en 5-jarigen en in de tweede klas 5- en 6-jarigen. Twee klassen dus; maar ze zaten wél allen in één lokaal, zowel ‘s morgens als ‘s middags! Kunt u zich daar een voorstelling van vormen: 83 kinderen in één lokaal, onder leiding van twee zusters?

 

Een prentbriefkaart, die in 1904 vanuit Nuenen naar Aarle-Rixtel werd verzonden. Links weer de speelplaats van de zogenaamde ‘ingebouwde school’. 

Als we de lijsten doornemen zien we, dat de aantallen leerlingen geleidelijk toenemen: in 1967 telde de bewaarschool 326 jongens en meisjes. De aantallen kinderen die als “armen” werden ingeschreven liepen op het eind van de vorige eeuw eveneens snel omhoog: waren dat er in 1888 nog slechts 4 op de bewaarschool en 3 op de lagere school, in 1900 telde de bewaarschool er 9 en de lagere school 34! Vanaf 1911 werden er overigens geen leerlingen meer ingeschreven in de kolom “armen”.

In de vooroorlogse jaren werkten er enkele zusters aan de bewaarschool, waarvan de namen voor de huidige oudere Nuenenaren nog een zeer bekende klank hebben. We noemen bijvoorbeeld zuster Andrina en zuster Gonzago, die rond de twintiger jaren de beide klassen van de bewaarschool onder hun hoede hadden.

Een geboren en getogen Nuenense, die in die jaren naar de school van de zusters ging is Mien van Wijk. Ze bezocht de bewaarschool en daarna, van 1918 tot 1924, de “leerschool”. In een gesprek met haar gaan de oude tijden weer helemaal leven! Zuster Andrina leidde de bewaarschool, oftewel het “papschooltje” zoals men ook dikwijls zei. Ze was een boerendochter en erg lief, zoals men tegenover ons getuigde; en ze kon geweldig goed met kinderen omgaan. Ze hield van een sobere levensstijl, ook op het punt van eten.

De bewaarschool was bedoeld voor jongens en meisjes van 3 tot 6 jaar. Wanneer er echter té veel aanmeldingen waren in een bepaald jaar, werd de leeftijdsgrens opgetrokken tot 4 jaar. Een eigenlijke wettelijk erkende onderwijsbevoegdheid kende men in die tijd nog niet. In 1956 kwam er pas een nieuwe onderwijswet op het kleuteronderwijs tot stand, waarbij ook de naam “bewaarschool” werd gewijzigd in de officiële naam “kleuterschool”. De toelatingsleeftijd werd vastgesteld op 4 jaar.

Vóórdat deze wet tot stand kwam waren alle kosten van de bewaarschool steeds voor rekening van de zusters geweest: de bouwkosten, de salarissen van de leidsters en de algehele exploitatie. Het zal duidelijk zijn, dat de zusters gezien de bescheiden leerlingenbijdragen en de al even bescheiden gemeentesubsidie (in 1953 bijvoorbeeld 10 gulden per leerling) werkelijk niet met geld konden smijten.

Jaarlijkse wandeling naar het Maria-kapelletje in de eik in de Oude Landen; een bloemenhulde omstreeks 1950.

Jaarlijks maakten de kleuters een wandeling, bijvoorbeeld naar het Maria-kapelletje dat was aangebracht in een eik op de “Oude Landen” (waar nu de woonwijk de Tomakker gelegen is). Bij het Mariabeeldje werden dan de vers geplukte veldbloemen aan ‘Ons Lief Vrouwke’ aangeboden. Tevoren moesten uiteraard enkele geëigende maatregelen getroffen worden, teneinde voor de meest gunstige weersomstandigheden te zorgen. Daartoe werd op de speelplaats een Mariabeeld neergezet, waar de kleuters vervolgens zingend omheen trokken.

De tekst van het lied was treffend van zakelijke inhoud en van directheid:

“Ons Lief Heertje,

Geef mooi weertje,

Geef mooie dag:

Dat ‘t zonnetje schijnen mag!”

Op 10 april 1934 werd in Gerwen een bewaarschool geopend. Deze school vond onderdak in een leegstaande klas van de lagere school in Gerwen.

En het waren de zusters van J.M.J. uit Nuenen, die daar de zorg over ongeveer 50 kleuters op zich namen. Het waren tevens de eerste fietsende zusters van de hele Congregatie, die zich aan deze taak gingen wijden. Hun namen: Johannetje Knippenberg en Digna Vermeulen, twee jonge zusters.

De ‘bewaarschool’ van de zusters, gefotografeerd tegen de keuken van Café Kerkzicht (hoek Kloosterstraat – Park). Foto gemaakt omstreeks 1917.

Ook in Nederwetten werd een bewaarschool begonnen. Daar werd een lekenjuffrouw bijgestaan door een zuster van J.M.J. uit Nuenen. De lekenjuffrouw in Nederwetten werkte voor een salaris van f 3,50 per weck! Bij gebrek aan voldoende kleuters kon dit salaris niet altijd worden opgebracht uit de dubbeltjes, die de kleuters meebrachten; het salaris van de juffrouw werd dan aangevuld uit de kas van het kerkbestuur. Van protestmarsen of spandoeken uit die tijd zijn ons echter geen getuigenissen bekend…

De na-oorlogse kleuters kwamen vele jaren lang onder de hoede van zuster Clothilde Camp. Ze werd op 11 november 1903 in Zutphen geboren en was hoofd van de kleuterschool vanaf 1946 tot aan haar plotselinge dood op 5 juli 1968.

De ‘bewaarschool 2 blijkens de lei die een van de kleuters vasthoudt. Een foto uit de twintiger jaren.

Zuster Clothilde maakte tijdens haar werkzaamheden als hoofdleidster de hele overgangsperiode mee van de zogeheten “bewaarschool” naar het kleuteronderwijs, zoals dat in de nieuwe onderwijswet van 1956 tot stand kwam. Zij werd als hoofdleidster opgevolgd door zuster Designata Proveniers uit Waalwijk. Een naam die bij veel kleuters uit die tijd ook heel bekend in de oren zal klinken is die van zuster Casparino Lange, die afkomstig was uit Zaandam.

Dit artikel is geschreven door Nico Nagtegaal en Harry Smits en eerder verschenen in het boek “Dwèrs door Nuenens verleden”, herinneringen aan het oude Nuenen, Gerwen en Nederwetten (1991).