Nederwetten van vroeger

Een anekdote over Nederwetten van rond 1900 door Willem Renders en Mien Renders – de Louw. In die tijd was Nederwetten heel wat kleiner dan nu. Eenvoudig en rustig gelegen tussen Nuenen en Son en door de Dommel gescheiden van Eindhoven. Een dorp met ongeveer 250 inwoners en kennelijk volledig en volmaakt in onze kinderogen. Er was van alles: eten, werk, afleiding en burenhulp. En iedereen kende iedereen, hoe moeilijk de mensen ook heetten. Voor de aardigheid hier enkele namen die gebruikelijk waren: Dore van Driek van Kate- Jan van Cinte van Driese- Mina van Pietjeuitdenbusch- Bert van Willem Sisse – Jan Pjir Tijkens – Bert van Hannes Deele – Harry van Dore van de Hoef (de hoef was een grote boerderij bij de oude toren) – Nol van Driek den heer – Diene van Gjert lemme – Tinus van Pjirke van Lammertjes – Bas Fietelders – Bert van Hanna Marte Jantjes enz.. Dat was huis voor huis, en voor ons heel gewoon en heel begrijpelijk. Langzaam zijn deze namen verdwenen, wellicht door sterfgevallen of door de ontwikkelingen in de tijd. Nederwetten stond bekend als een ontwikkeld dorp door onze binding met Soeterbeek en Eindhoven. Vanaf 1250 hadden we een eigen parochiekerk en twee kerkmeesters. De kerk stond op de plaats waar nu de oude toren staat aan de Dommel. Rond 1900 werd een nieuwe kerk gebouwd, en een nieuwe openbare school, gemengd, met ruim vijftig leerlingen met een bovenmeester en een ondermeester en soms een juffrouw. De school stond bekend als een zeer katholieke school en vele dorpsgenoten zijn als priester, missionaris of broeder over heel de wereld uitgezworven. Midden in het dorp stond het boterfabriekske waar de boeren dagelijks hun melk brachten. Er stond ook een brandweerhuiske met brandspuit. Nederwetten had zes cafés: drie rond de kerk en drie daarbuiten en twee bakkerijen. We hadden het St. Annagilde, een Ambrosiusvrouwengilde (die altijd voor het donker thuis waren), een kaartclub, een boogschutterij, een veefonds, een stierenvereniging, een paardenfonds, een Derde orde, een kermis-Sintepeter-karnaval en het veertiguren gebed. Er werd ‘s zomers gewerkt zolang het dag was want er was veel te doen. De kinderen naar school en de boer en boerin naar het land. En bij de burgers hoorde je het klikken van de weefgetouwen, want er woonde in die tijd veel wevers in ons dorp. Vaak hielpen de burgers de boeren en omgekeerd en altijd met “toebeurzen”. Alles werd met de hand gedaan en iedereen ging zijns weegs te voet, want fietsen waren er nog niet. Er was ook nog geen verharde weg en de postbode kwam elke dag met zijn tas te voet vanuit Nuenen. Ook de veldwachter kwam te voet om ‘s zondags na de kerk het gemeentenieuws voor te lezen. Alleen dokter Raupp, de enige dokter in Nuenen, Gerwen en Nederwetten, kwam per fiets. Heel kalm en maar heel zelden erg vlug, anders wist je dat er iets niet in orde was. De pastoor liep regelmatig door het dorp en ging op huisbezoek. De mannen tikten aan hun pet en als hij “ons heer” bij zich droeg ging iedereen op de knieën Als kinderen werden we ook vlug aan het werk gezet na schooltijd zoals het koeien hoeden, klompen schuren, turf halen, as uitdragen, hout kappen en èrpels schillen en vooral dun. Ook moesten we vaak op de kleine passen en boterhammen met koffie naar het veld brengen. ‘s Zondags als er tijd over was, mochten we spelen. Werken, spelen, bidden, ontspanning, jongens en meisjes, we deden het samen en we hadden een onbezorgde en gelukkige jeugd. Van het kinderspel stapten we over naar kaartspel, steentjes toppen, pijl en boog, skrèpke steken, voetballen, beugelen, vogelnestjes zoeken enz..

De oorlog 1914-1918 beleefden we op afstand en het bracht even beroering maar uiteindelijk zijn we er beter van geworden. Elke boer kreeg inkwartiering en als kinderen vonden we dat heel interessant. Veel is ons niet bijgebleven uit die tijd. Alleen zag je veel paarden, kanonnen, fietsers, soldaten en hardroepers. Toen kwam de fiets in ons leven. Bovenmeester Verbruggen kocht zelfs een stoomfiets een “tuf-tuf”. Er kwam een harde weg en een dijkwachter. Deze plantte bomen langs de weg, snoeide, strauwselde, ruimde de paardenmoppen op enz. Tegenwoordig heet dat een opzichter. Ook zag je dagelijks de scheper met zijn schapen, Smits uit Nederwetten of Evert de Vries uit Gerwen of Adriaans uit Breugel. De tijd stond in Nederwetten niet stil en langzaam kwam de mechanisatie met dorsmachines. De melk ging naar de melkfabriek en de boereninkoop ging voortaan collectief via het pakhuis. Veel mensen gingen naar de stad om te werken We kregen als meisje zondagsgeld, een kwartje, en daar hield je aan over. De jongens kregen twee kwartjes en die kwamen er aan te kort.

Achteraf bezien is alles onvoorstelbaar vlug verlopen. “Waarom moest dit zo snel”? vragen we ons achteraf af. Toen de tweede oorlog in 1944 voorbij was voor ons, was alles weg en konden we opnieuw beginnen. Als je nu terugkijkt op de tijd na de oorlog is alles nog sneller gegaan.

Tot zover het ingekorte verhaal van de familie Renders.

Verhuizen in Nederwetten

Stan van Bruggen verhuist als gildetaxi het echtpaar Coolen uit hun café naar de nieuwe accommodatie

Een boerenverhuizing van het ene dorp naar het andere dorp


In 1944 ontvangt Jhr. J. Smits van Oyen sr. Koningin Wilhelmina op het landgoed Soeterbeek

 

In 1996 komt koningin Beatrix op bezoek bij het bedrijf van Cor Donkers. V.l.n.r.: De heer Houben, commissaris van de Koningin in Noord-Brabant, Cor Donkers, Koningin Beatrix, mevr. Donkers, hun zoon en burgemeester H. Terwisse.

Popfestival in Nederwetten

Een door café De Kruik georganiseerd popfestival achter De Kruik. De popmeeting ‘75 is niet geheel geworden wat de organisatie ervan verwachtte. Slechts 300 bezoekers werden er geteld en het dreigde daardoor een fiasco te worden. Dankzij het gratis optreden van de Slumberland Band is het geheel toch nog een leuke meeting geworden.

De Tour de France door Nederwetten in1996

Het peloton van de Tour de France passeert onder grote belangstelling Nederwetten

Nieuwjaarsbrief

Fragment uit een nieuwjaarsbrief van Adrianus Rijkers, gericht aan zijn ouders. De brief is geschreven op 1 januari 1876 te Nederwetten. Adrianus Rijkers is geboren op 27-1-1864 en op 26 mei 1896 getrouwd met Waltera van Dinter. Zij kregen 11 kinderen daarvan zijn er 3 vroeg gestorven. Adrianus is overleden in 1932.

vielen mij in menigte van U ten deel. Aan wie anders dan aan U, naast God, heb ik mijn onderwijs en mijn opleiding te danken?

Groote ouderliefde, groote dankbaarheid vordert dit van mijnen kant.

U dat alles naar waarde te vergelden, ach, hiertoe ben ik niet in staat.

Doch ik wil doen wat ik als kind kan.

Op den eersten dag van dit jaar bied ik U dan mijn heilwenschen aan.

Vurige beden zal ik

dagelijks ten hemel zenden, opdat God, die de vergelder is van alle goed, U voor alles rijkelijk moge beloonen.

En verhoort de algoede mijne gebeden, leeft gij nog eene lange reeks van genoegelijke jaren, dan stort Hij overvloedig Zijne kostbaarste zegeningen over U uit.

Daarenboven zal ik U door vlijt, gehoorzaamheid en een goed gedrag toonen dat ik voor al het goede dankbaar ben.

Dat dit alles, lieve ouders, oprecht gemeend is verzekert U.

          Uw liefhebbende Zoon

          Adrianus Rijkers.

Nederwetten 1 januari 1876.

Dit artikel is geschreven door Jos Thielemans en eerder verschenen in het boek “Van Hooidonk tot Soeterbeek; Nederwetten in woord en beeld in de 20e eeuw” (2005).