De gemeentescholen
Nuenen
De openbare lagere school van Nuenen stond op het Hei-Eind (nu het Park). Eén gedeelte van het bouwterrein, sectie E 75, was oorspronkelijk begroeid met hakhout en eigendom van de gemeente; het andere gedeelte, sectie E 76, was een tuin van W. de Vries. De beide grondstukken lagen naast elkaar op een hoek van het Hei-Eind en op 25 april 1842 werd aan H. Koenen, bouwkundige te Eindhoven, opdracht gegeven om een bouwtekening met begroting voor de nieuwe school te maken. Het Rijk verstrekte een subsidie van f 300,- en ook uit provinciale fondsen werd f 300,- bijgedragen. De totale bouwkosten waren berekend op f 2505,44 en Martinus Overbruggen, metselaar te Nuenen, nam bij de aanbesteding de bouw aan voor f 2560,-. Op 25 april werd met de bouw begonnen, maar in december 1844 was de school nog steeds niet klaar. De architect Koenen vroeg daarop een voorschot op zijn honorarium aan, groot f 58,20. In januari 1845 was de school klaar.
Op 23 november 1843 besloot de gemeente na toestemming van Gedeputeerde Staten de oude school met schoolhuis te gaan verkopen. De publicatie met betrekking tot de voorgenomen verkoop van het schoolhuis (met tuin) en de school aan de Beekstraat volgde in augustus 1844 en de verkoping vond plaats op 19 en 26 augustus 1844.
School, schoolhuis en erf in Nuenen (sectie E 253, groot 03.06 are en een tuin gelegen aan het perceel E 252, groot 10.20 are) werden in één koop verkocht. Veertig jaar later was de school aan vernieuwing toe. Op 28 september 1882 werd de uitbreiding tot 3 lokalen aanbesteed; inclusief privaten werd de verbouwing begroot op f 4066,91. Martinus Raessens, timmerman te Nuenen, was de laagste inschrijver, voor f 3780,-. Het meubilair, zoals 98 schoolbanken en 3 schoolborden, boekenkast en lessenaar werd gelijktijdig aanbesteed. Hier was de laagste inschrijver Jan de Vries, timmerman te Nuenen: hij kon de hele inventaris maken voor f 564,-. In 1883 was de verbouwing achter de rug en de school voorzien van nieuw meubilair; de oude schoolmeubels werden vervolgens geveild.
De voormalige openbare lagere school van Nuenen ná de reconstructie tot brandweerkazerne (olieverfschilderij van Nico Nagtegaal, 1986)
Na 1 januari 1920 (toen de meester Van der Schoor met ongeveer 100 kinderen was overgegaan naar de Aloysiusschool) was het gebouw te groot voor het geringe aantal resterende leerlingen. Men bood in 1922 twee lokalen aan de meisjesschool van de zusters aan, maar hierop werd niet ingegaan.
In 1924 verbouwde J. van Leuken de in 1882 aangebouwde “deel” voor een bedrag van f 6805,-; door deze ingreep was het mogelijk de Kruisvereniging de nodige ruimte te bieden. Op 1 augustus 1950 kwamen de twee overgebleven lokalen leeg te staan en de school werd opgeheven. In 1951 werden de beide lokalen uitgebroken en het gebouw ging dienst doen als brandweerkazerne. Voorbij waren de tijden, dat de schooljeugd de schuine kant van de plinten onderaan de muren gebruikte om de griffels te slijpen …
Ook de Nuenense brandweer heeft inmiddels een nieuw onderkomen gevonden; en de voormalige openbare lagere school biedt thans onderdak aan een bank en aan een kapperszaak.
Gerwen
In december 1872 werd in Gerwen een nieuw schoolhuis betrokken door de onderwijzer, gebouwd door de gemeente. De gemeente kocht daartoe, na toestemming van Gedeputeerde Staten, op 4 juni 1872 een stuk van een perceel bouwland (sectie B 733), groot 15 are; de eigenaar was Wouter de Greef, landbouwer te Gerwen. De gemeente betaalde f 1500,- per hectare aan de Greef. Bovendien kocht men een perceel bouwland (sectie B 734), groot 18.15 are, van Bernardus van de Laar, landbouwer te Gerwen; ook hij ontving f 1500, per hectare.
Op 27 augustus 1872 vond de aanbesteding plaats van de bouw van de woning, stal en bergplaats (de woning stond aan de straat van Gerwen naar Nuenen, thans Gerwenseweg 16). De aannemer was Theodorus de Vries en de aannemingssom bedroeg f 1950,-. Op 12 november 1872 werd het oude schoolhuis met tuin (sectie B1207 en B1208), samen groot 22.76 are én een perceel bouwland groot 20.60 are (deel van sectie B 1209), dat aan het genoemde woonhuis en tuin grensde verkocht. Bij die verkoop hoorde tevens een perceeltje van 17.50 are groot (sectie B 1678), grenzend aan de weg dichtbij het woonhuis en de tuin. Op een daarnaast gelegen perceel grond (eveneens een deel van sectie B 1678), groot 9.20 are, stond een schutsboom. Ook dit perceeltje werd tezamen met de andere verkocht (sectie B 1235 op de kadasterkaart van 1832, in het bezit van de gemeente Nuenen). Het laatstgenoemde perceeltje werd gekocht voor het H. Kruisgilde te Gerwen; dit gilde werd vertegenwoordigd door de koper als eerste deken en beheerder van dit gilde, Andries van Milhees Peterzn., landbouwer te Gerwen. Hij betaalde er f 10,- voor.
Het schoolhuis met tuin en het perceel bouwland werd voor f 800,- gekocht door Thomas Jansen. Het perceeltje ontgonnen grond van 17.50 are werd gekocht door Theodorus van de Waarsenburg, smid te Gerwen, ten behoeve van zijn vader Peter van de Waarsenburg, meestersmid; dit perceeltje bracht f 58,- op.
Plaats van de openbare lagere school in Gerwen (Hool 6). In de zijmuur is een stuk muur van het schoolhuis te zien. De school met schoolhuis werd gebouwd in 1768; de school is in 1846 verlaten, het schoolhuis in 1872.
Het oude schoolhuis en de school dateerden van 1768, toen het in de lente in gebruik werd genomen. De bouw ervan was op 17 augustus 1767 voor f 1000,- aangenomen door Martinus van Gestel uit Valkenswaard.
In 1907 werd een gymnastieklokaal aangebouwd, volgens tekening en bestek van M. van Roy uit Aarle-Rixtel. Ook enkele andere aanpassingen werden gerealiseerd; aannemer Andreas van Wijk nam de klus voor f 916,60 op zich. Het portaal werd weer afgebroken, het privaatgebouwtje op de speelplaats verdween, de vroegere buitendeur aan de straatkant werd gedicht en een nieuwe scheidingsmuur werd aangebracht (door deze laatste ingreep werden beide lokalen even groot). Ieder lokaal kreeg nu een deur naar de “gymnastiekzaal”. Deze ruimte werd zo genoemd, omdat er volgens de wet gelegenheid moest zijn om in klassikaal verband iets aan bewegingsoefeningen te doen; dat leverde meteen een hogere subsidie op. In werkelijkheid diende deze ruimte als hal, waar de kapstokken waren aangebracht. Aangrenzend aan deze hal werden nieuwe privaten geïnstalleerd.
In 1926 kreeg de Gerwense school elektrische verlichting; in april 1927 ging de school over naar het R.K. kerkbestuur van Gerwen, die het gebouw in 1930 voor f 4000,- van de gemeente kocht, om er een bewaarschool in onder te brengen.
Aan de Heuvel in Gerwen (op nr. 11), tegenover de toren, staat het gemeenschapshuis dat in 1846 werd gebouwd als openbare lagere school. Deze school werd in 1927 als openbare lagere school opgeheven.
Nederwetten
Het raadhuis, dat in Nederwetten naast de school stond (sectie B 494) aan de Wettensestraat (nu Soeterbeekseweg) werd gebouwd in 1794; sinds 1821 was het overbodig geworden door de “annexatie” van Nederwetten door Nuenen. Eind 1843 bracht men in dit vroegere raadhuis een plafond en zolder aan en ná de kerstvakantie 1843 ging het gebouw dienst doen als school; als zodanig fungeerde het tot 1871.
Van wethouder Willem van Laar, wonende te Nederwetten, kocht de gemeente in 1871 voor f 650,- een stuk grond van 37 are als bouwterrein voor een nieuwe school met schoolhuis. De aanbesteding vond plaats op 24 februari 1871 en de aannemer werd Wouter Jansen, metselaar te Someren, voor een bedrag van f 4869,-. Architect H. Baerents uit St. Oedenrode maakte tekening en bestek en hield toezicht op de bouw. Op 15 november 1871 was de school klaar en kon begonnen worden met de inrichting.
In 1909 werd door het aanbrengen van een afscheiding de schoolruimte in twee lokalen verdeeld. Kosten van deze verbouwing: f 247,17. Nadat de school op 16 november 1927 werd gesloten, zijn de twee lokalen verbouwd tot woningen, zodat er drie gezinnen onderdak in konden vinden (huidige huisnummers: Zandstraat 25, 27 en 29).
De vroegere openbare lagere school met schoolhuis aan de Zandstraat te Nederwetten. Deze school werd gebouwd
in 1871 en gesloten in november 1927.
Dit artikel is geschreven door Nico Nagtegaal en Harry Smits en eerder verschenen in het boek “Dwèrs door Nuenens verleden”, herinneringen aan het oude Nuenen, Gerwen en Nederwetten (1991).