De kerk is gebouwd op initiatief van pastoor Van Hoeck in de jaren 1895 en 1896, naar ontwerp van architect Emmanuel Corbey uit Roermond. Architect Corbey was een leerling van architect en kerkenbouwer Pierre Cuypers, die in Roermond zijn atelier had. De kerk heeft o.a. schoonmetselwerk binnen; kruisrib­ge­welven in geel IJsselsteen; het schip, het kruis en het priesterkoor zijn voorzien van zadeldaken, gedekt met blauwe leien. Zij zijn uit paarsrode baksteen opgetrokken in staand verband met hier en daar toepassing van natuur­steen.

De eerste steen werd gelegd op 18 mei 1895. Op zondag 15 september 1896, twee dagen voor de feestdag van de H. Lambertus, werd met het ophangen van de kruis­weg de kerk in gebruik genomen en de oude kerk aan de Dommel afgestoten. De twaalf kruisen, twee in het priester­koor, vier in het transept en zes in het schip, zijn de plaatsen waar bisschop Van de Ven bij de inwijding van de kerk op 12 oktober 1896 de muren van de kerk heeft gezalfd.

Het Priesterkoor
In het priesterkoor staan het hoogaltaar, het H. Familie-altaar, de tot altaartafel omgebouwde communiebank en de preekstoel. Zij zijn vervaardigd door beeldhouwer J.P. van de Mark uit Eindhoven.

Op het hoogaltaar bevindt zich het tabernakel met de gecon­sacreerde hosties, daarboven is het Lam Gods te zien met daarboven een kruis.

Links naast het tabernakel een reliëf met de voorstelling van Abraham, die zijn zoon Izaäk wil offeren en rechts het offer van Abel. Aan de voorkant van het altaar is een reliëf met de afbeelding van de ontmoeting van Abram met Melchizedek, de koning van Salem. De altaartafel is samengesteld uit onderdelen van de voormalige communiebank. Het midden reliëf stelt het Laatste Avondmaal voor.
Aan de voorkant van de preekstoel is een reliëf met de voorstelling van Jezus met enkele discipelen en de rijke jongeling.

Het Transept
In het linkerdeel van het transept staat de biechtstoel tegen de sluitgevel. Het reliëf in het ornament boven de biechtstoel stelt de parabel van de verloren zoon voor.

De tekst: Pater, peccavi in coelum, et coram te, wil zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U.

 

Het schip
De houten beelden in het schip zijn geplaatst in de periode 1919-1921; met uitzondering van de beelden van Sint-Antonius Abt en Sint-Anna. Deze beelden stonden al in de oude kerk aan de Dommel. De glas-in-lood-ramen zijn vervaardigd door het glazeniersbedrijf Frans Nicolas en Zonen te Roermond en geplaatst in 1920. De namen van de schenkers staan op de ramen vermeld.

De toren
In het tweelichtraam van de torenmuur aan de zuidzijde van het zangkoor is de heilige Cecilia uitgebeeld. Zij is de patrones van de muzikanten en de koren en de beschermheilige van de muziek, vooral de kerkmuziek. Rechts van de wenteltrap is in 1896 aan de muur een hardstenen wijwatervat bevestigd, afkomstig uit de oude kerk. Dit vat is in het begin van de 17de eeuw, rond 1625, aan de kerk geschonken door de familie De Cort uit Hilvarenbeek, van wie het familiewapen op dit wijwatervat voorkomt

Het kerkhof
Tegen een steunbeer aan de westelijke gevel, waaraan één van de poorten naar het kerkhof is gehangen. is een hardstenen plaquette aangebracht. De bijbehorende plaquette op de naastgelegen bakstenen pijler heeft de inscriptie: Heden ik, die tegen de steunbeer: Morgen gij.
Achter op het kerkhof, waar eens de calvarieberg was, staat het gietijzeren kruisbeeld uit 1887, afkomstig uit Parijs.

Daarvoor liggen de grafmonumenten van de overleden pastores:
Johannes Arnoldus van Asten: 1886;
Petrus Wilhelmus Hubertus van Hoeck: 1912;
Josephus Martinus Arnoldus van Eijl: 1938;
Wilhelmus Johannes Henricus Roelofs: 1953;
Frederik Johannes Woestenburg: 2003;
Cornelius Antonius Panken: 2003