De fraaie relikwiehouder met de twee kruishoutjes van de oorspronkelijke relikwie waarvan het restant in het Limburgse Waubach is achtergebleven

Het Heilig Kruispark te Hooidonk

Zoals uit de geschiedenis van de priorij van Hooidonk te lezen valt, is het klooster in 1650 ontruimd en verkocht. De laatste priorin, Agnes van Pollaert, heeft de kostbare relikwie van het heilig kruis overgebracht naar het klooster van Rolduc waar het klooster van Hooidonk onder viel. Bij de verwoesting van het klooster van Rolduc heeft een van de kloosterlingen, pater Tilman Laurens Welten, de relikwie aan de kerk van Waubach in Limburg geschonken. Nadat deze pater, die tevens pastoor van Waubach was, was overleden, hebben sinds 1826 alle Nederwettense pastoors getracht de relikwie terug te krijgen naar Nederwetten.

De aanhoudende verzoeken van pastoor Roelofs door zijn enorme doorzettingsvermogen en met medewerking van de Vicaris-Generaal van het bisdom Roermond, Mgr. Ferm, hebben er eindelijk toe geleid om een deel van de relikwie terug te krijgen. Een belangrijke rol heeft daarbij gespeeld dat Mgr. Ferm een goede vriend en studiegenoot van pastoor Roelofs was. Uiteindelijk heeft deken Van Haren van Helmond de relikwie teruggebracht naar Nederwetten. Pastoor Roelofs had nog wel met behulp van zijn parochianen gezorgd dat er een mooie vergulde schrijn voor de relikwie was. Daarvoor zijn er deur aan deuracties en andere acties gevoerd om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. De officiële overdracht door bisschop Mutsaerts heeft hij door zijn vroegtijdige dood op 22 januari 1953 niet meer mee mogen maken.

Bisschop Mutsaerts zegde toe om op 6 september 1953 de relikwie te komen overhandigen op de plaats waar het wonder van Hooidonk ruim 700 jaar geleden had plaatsgevonden. Pastoor F.J. Woestenburg, die pastoor Roelofs was opgevolgd op 6 februari 1953, heeft samen met de burgemeester van Nuenen, Jhr. Van Rijckevorsel, actie ondernomen om de juiste plek van dat wonder op te sporen. Bij de opgravingen naar de kloosterkapel, waar ook de rijksdienst van oudheidkundig bodemonderzoek uit Amersfoort bij betrokken was, zijn vele scherven en andere bewijzen van de oude bewoning teruggevonden.

De grond van het Heilig Kruispark was eigendom van Mevr. Gerritsen-Gebbink (de eerste voorzitter van de katholieke vrouwenorganisatie). Zij heeft na toestemming te hebben gegeven voor de opgravingen de grond verkocht aan het kerkbestuur. Als enige voorwaarde stelde zij dat haar dochter met haar kinderen op de daar aanwezige boerderij, de Agneshoeve, mochten blijven wonen. Ook het bisdom heeft hierbij financiële steun gegeven.

Op 6 september 1953 heeft pastoor F.J. Woestenburg een pontificale mis opgedragen in de St. Lambertuskerk in Nederwetten, geassisteerd door kruisheer pater J. Raaijmakers (zoon van de Hooidonkse watermolenaar) en door rector Bertens van het klooster uit Nuenen. In de namiddag van 6 september 1953 zijn duizenden mensen bijeengekomen om de officiële overdracht bij te wonen.

Mgr. Mutsaerts gekleed met de cappa magna met de relikwie op Hooidonk waar het Sint Annagilde staat opgesteld om hem te ontvangen

Diverse archeologische vondsten van het oude klooster van Hooidonk met rechts een melkschaal en links steengoed uit Siegburg en rood aardewerk uit Raeren bij Vaals

De processie wordt voorafgegaan door bruidjes door de bisschop gevolgd en het baldakijn met pastoor Woestenburg en de relikwieschrijn en een menigte gelovigen

De plechtigheid werd bijgewoond door vele prominente personen uit zowel de geestelijkheid als uit de politiek en het gemeentebestuur. Ook waren vele vertegenwoordigers uit de stands- en vakorganisaties aanwezig. Het gilde van Sint Anna uit Nederwetten stond in fraaie kostuums gehuld in een erehaag om Mgr. Mutsaerts te verwelkomen. Bij aankomst schreed hij onder muzikale begeleiding van de dames zangvereniging onder leiding van Frans van Rooij het park binnen.

Na een toespraak door de bisschop en een dankwoord van pastoor F.J. Woestenburg en het gezamenlijk bidden van het confiteor was de officiële overdracht een feit. In processie werd het kruispark verlaten en is de relikwie naar de St. Lambertus kerk gebracht voor het pontificale lof. De processie werd aangevuld met praalwagens en loopgroepen welke een beeld gaven van de gebeurtenissen en geschiedenis van Hooidonk.

Nadat de grond van het moleneiland in eigendom was verkregen, waren de schetsplannen op 2 april 1954 voor een gedachtenis-en devotiekapel gereed. De kapel zou geplaatst worden op de fundering van de oude kapel die bij de opgravingen waren blootgelegd. Na allerlei getouwtrek over de vergunning en nadat de nodige financiële middelen bijeen waren gebracht kon de bouw starten. De Nederwettense aannemer Jan de Louw heeft de opdracht gekregen met als voorwaarde dat hij gereed moest zijn op de eerste zondag van september. Er zou dan een processie gehouden worden. De kapel is toegewijd aan de Heilige Maagd Maria die ook patrones van het oude klooster was.

Op 22 augustus 1954 is de kapel gereed. Hij is in een sobere plechtigheid door pastoor F.J. Woestenburg ingewijd om vervolgens met des te meer luister de viering van het bloedwonder op 5 september te kunnen vieren. Er werd op die dag onder grote belangstelling een processie gehouden van de St-Lambertuskerk naar de kapel van Hooidonk. Alle verenigingen waren present evenals bruidjes en misdienaars.

Tijdens de bouw van de kapel was het idee ontstaan om in het park een kruisweg aan te brengen. In 1961 zijn alle veertien staties gereed door onder andere particuliere sponsoring. Zo staat op de zijkant van elke statie wie de begunstiger is geweest. Het ontwerp was van de kunstenaar Piet Schoenmakers van het atelier St Joris te Beesel.

De afgebouwde kapel op Hooidonk

De kruiswegstatie op Hooidonk ontworpen door Piet Schoenmakers uit Roermond en betaald door sponsors waarvan de namen op de zijkant zijn vermeld

Er zijn nog vergevorderde plannen geweest voor de vestiging van een z.g. hospitium voor lichamelijk gehandicapte meisjes die de roeping hebben als non of als oblate hun leven aan God te wijden. Er was daarvoor een stichting in het leven geroepen met medewerking van het bisdom. Pastoor F.J. Woestenburg heeft zelfs architect Valk uit den Bosch (ook architect van de kapel) een plan voor dit hospitium laten maken. Ondanks alle fraaie plannen en de inzet van velen en vooral de inzet van pastoor Woestenburg is de zaak in 1958 afgeblazen. Met name de terugtrekking van de overste van de zusters welke de stichting zouden overnemen, is hiervan de hoofdoorzaak.

In de jaren zestig en onder invloed van het tweede Vaticaanse Concilie liep de belangstelling voor processies en de verering van relikwieën sterk terug. Pastoor Panken heeft de antieke beelden en het kruis uit de kapel laten verwijderen, bang voor vandalisme. In 1972 kreeg Nederwetten het kringoogstdankfeest toegewezen van de NCB. Hiervoor kreeg het park een grote opknapbeurt. Ook in 1991 en 1999 werden in het Heilig Kruispark oogstdankfeesten georganiseerd.

Toen pastoor Van Dooren in Nederwetten werd benoemd heeft hij de traditie van de viering van het heilige kruis weer in ere hersteld. Vanaf de molen werd in processie langs alle staties van de kruisweg getrokken en bij elke statie werd gebeden. Bij elke tweede statie werd er een lied door het koor gezongen. Na de kruisweg volgde er een mis en als afsluiting kwamen de vendeliers van het gilde in actie om het heilige kruis te vereren. De relikwieschrijn werd in de kapel gelaten zodat iedereen hem de hele dag nog kon vereren.

Op 4 september 1994 was het 750 jaar geleden dat het wonder van Hooidonk had plaats gevonden. Bij de viering van dat feit was ook pastoor Kems uit Waubach aanwezig. Hij had de schrijn met relikwie meegebracht uit Waubach. Zo waren beide delen van het heilig kruis partikel weer verenigd. Na de mis en de vendelgroet heeft burgemeester H. Terwisse van Nuenen een gedenksteen onthuld met daarop de afbeelding van het oude zegel van Hooidonk.

Op dit zegel prijkt de beeltenis van de evangelist Johannes, die samen met de Heilige maagd Maria de patroonheilige van de priorij van Hooidonk was. De zegel is toevallig bij het ontgronden van wat akkers op Genoenhuis in Geldrop in 1989 gevonden. Omdat het voor de zieken en ouderen zeer moeilijk was om de H. Kruisvieringen mee te maken, ook door gebrek aan zitplaatsen, werden er voor hen speciale dagen georganiseerd. Zuster Celine uit Nuenen was samen met pastoor Woestenburg en met hulp van vele vrijwilligers, de drijvende kracht achter deze zeer gewaardeerde activiteit.

De beide relikwieën van Nederwetten en Waubach samen op Hooidonk

Dit artikel is geschreven door Jos Thielemans en eerder verschenen in het boek “Van Hooidonk tot Soeterbeek; Nederwetten in woord en beeld in de 20e eeuw” (2005).