De zusters en het vervolgonderwijs

Vanaf de komst van de zusters naar Nuenen in 1887 begonnen zij behalve een “bewaarschool” en een meisjesschool ook een naaischool, die in de eerste opzet bleef bestaan tot het jaar 1905. In de archieven vinden we nog de aantallen meisjes, die van de zusters les kregen in het omgaan met naald en draad.
Groot waren de groepen meisjes, die aan het naaionderwijs in die tijd deelnamen, niet:

Jaar  aantal meisjes:

1888  4
1890  2
1895  –
1900  2
1905  7

In 1902 wordt de naaischool in de archieven overigens aangeduid als “handwerkklas”. De groepen werden daarop iets groter: 10 in 1903 en de hierboven reeds vermelde 7 in 1905.

Na 1905 worden dan jarenlang geen leerlingenaantallen meer genoemd. Vanaf 1920 blijkt er dan naast de naaischool een knipcursus te bestaan, met de volgende aantallen deelneemsters:

Jaar  naaischool          knipcursus
1920 18                        15
1925 12                         –
1930 13                        18

Met ingang van 1934 werd de knipcursus een “vakschool”. De naaischool wordt dan niet meer vermeld, terwijl de vakschool klaarblijkelijk behoorlijk in de belangstelling stond.

Jaar  Aantallen meisjes
1934 34
1935 34
1940 36
1945 –
1949 34

 

De “vakschool” was in de eerste jaren van haar bestaan gecombineerd met de 7e klas van de lagere school. Er werd onder andere les gegeven in eenvoudig boekhouden, warenkennis, knippen en naaien. Vanaf 1940 kwamen daar nog bij: huishoudelijk werk en praktijklessen in de schooltuin, die achter het klooster was gelegen. De cursus werd afgesloten met een examen, waarbij de leerlingen een vakdiploma “lingerie-naaien” konden behalen. De “vakschool” was een voor die tijd vrij uniek verschijnsel op het platteland en kan beschouwd worden als een voorloper van het latere VGLO-onderwijs.
Zuster Regina gaf naast de naailessen ook handwerkles en bovendien gaf ze pianoles aan kinderen. Die lessen werden tegen betaling in het klooster gegeven en we wagen de veronderstelling, dat deze pianolessen wel voorbehouden zullen zijn geweest aan de kinderen van de meer welgestelde ingezetenen. Ook deze aantallen deelnemers staan keurig in de archieven van de zusters vermeld:

Jaar  leerlingen pianoles

1922 7
1925 7
1930 5
1935 3
1937 2

In 1950 werd een drieklassige school voor voortgezet gewoon lager onderwijs (VGLO) gebouwd, naast de H. Hartschool. Op 21 december werd het nieuwe gebouw ingezegend en men begon met 85 leerlingen aan de nieuwe opleiding. De school was echter slechts een kort leven beschoren: in 1959 werd ze al weer opgeheven.

De aantallen leerlingen vertonen na een aanvankelijke stijging dan ook een sterke neergang na 1954:

Jaar  leerlingen VGLO

1950 85
1952 99
1954 100
1956 80
1958 58

De melkcursus voor meisjes, gegeven op de boerderij van Marinus Jansen (Boort). Een foto uit de dertiger jaren.

Het Klooster aan het Park

De jongens van de melkcursus. Een foto gemaakt in de wei van boer van Nuenen, Beekstraat.

De vrijkomende lokalen kregen met ingang van het schooljaar 1959/’60 een nieuwe bestemming: ze werden bij de H. Hartschool getrokken. Naast de 5 klassen van 1926 en een uitbreiding met 2 klassen in 1932 betekende dit, dat de H. Hartschool in 1959 dus al 10 klaslokalen telde. Dat aantal lokalen zou overigens nog toenemen door het bouwen van houten noodlokalen, terwijl ten behoeve van het basisonderwijs ook lokalen werden betrokken in de kleuterschool en in de Aloysiusschool. Op 1 september 1959 werd het VGLO-onderwijs officieel omgezet in huishoudonderwijs (LHNO). Deze vorm van onderwijs viel echter buiten het werkterrein van de Nuenense zusters. In overleg met J.M.J. werd de LHNO-school opgericht onder beheer van de NCB. Deze huishoudschool werd ondergebracht in een houten gebouwencomplex aan de Vondelstraat, op een grondstuk van de zusters. De Congregatie verkocht het perceel aan de NCB.

Dit artikel is geschreven door Nico Nagtegaal en Harry Smits en eerder verschenen in het boek “Dwèrs door Nuenens verleden”, herinneringen aan het oude Nuenen, Gerwen en Nederwetten (1991).