1648 – 1654 Bartholomeus van der Port
Hij is geboren in Zierikzee en vanaf 1648 de eerste dominee in Nuenen en omstreken. Hij trouwt in 1649 met Catharina Veer Jonasdr. uit Leiden en dit was meteen het eerste protestante huwelijk dat in de kerk van Nuenen werd voltrokken. Zij vestigen zich in de voormalige katholieke pastorie op het Lanklaar te Gerwen. In 1654 wordt hij beroepen te Zonnemaire op Schouwen-Duiveland waar hij verbleef tot zijn dood in 1678.
1655 – 1664 Johannes van Euskercken
Hij is geboren in de Palts (Duitsland) maar zijn geboortedatum is niet bekend. Hij komt vanuit de Kempen naar Nuenen en verblijft daar tot zijn dood in 1664.
1664 – 1691 Godefridus de Ruijter
Zijn verblijf in Nuenen verloopt niet vlekkeloos zowel door problemen met leden van zijn eigen kerk als bedreigingen door katholieken. Hij raakt ook betrokken bij problemen met predikanten uit de omgeving en wordt in 1684 tijdelijk uit zijn functie ontheven vanwege drankgebruik. Na verloop van tijd mag hij echter terugkeren als predikant tot aan zijn overlijden in 1691.
1692 – 1726 Casparus Curtius
Hij is de zoon van de schout van Nuenen en in 1695 wordt hij eigenaar van de pastorie op het Lanklaar en daarmee is de pastorie niet langer meer wettelijk opeisbaar als pastorie. Hij blijft predikant tot zijn overlijden in 1726 te Gerwen.
1728 – 1761 Johannes Neomagus
Omdat er geen pastorie ter beschikking staat, reist hij eerst met paard en wagen op en neer vanuit Bakel. Daarna krijgt hij een huurhuis ter beschikking gesteld op de Berg en rond 1735 kan hij de pastorie op het Lanklaar weer huren omdat de weduwe van zijn voorganger naar Helmond verhuist. Hij overlijdt in 1761 en in 1763 wordt de weduwe van Johannes Neomagus eigenaar van de pastorie op het Lanklaar.
De grafsteen van Bartholomeus van der Port (1623-1678) in de kerk van Zonnemaire op Schouwen-Duiveland. Onder de wapenafbeelding staat: “Een hooft vol raedt en rust een hart vol vredes lust een hant vol hulp (ahween vrij burgers) dicht dees steen”. “Hier legt begraven D’H’M Bartholomeus van der Port in 25 iaers syns dienst in de gemeynte en in het 56 des seyns levens Godsalick in syn Heiland gerust den 8 july 1678′.
1763-1808 Hermanus Christianus Hanewinckel
Hij wordt in 1762 in Nuenen beroepen en in 1763 aldaar bevestigd als predikant. Bij een kerkelijke visitatie in 1764 telt de hervormde gemeente 18 lidmaten en 12 toehoorders. Samen met zijn vrouw is hij de eerste bewoner van de nieuwe pastorie aan de Berg 26 te Nuenen. Het gezin krijgt 11 kinderen en hij blijft predikant te Nuenen tot zijn overlijden in 1808. Zijn tweede zoon Stephanus (1766-1856) is behalve predikant een bekende geschiedschrijver.
1816-1821 Wijnand van Drongelen
Hoewel hij al vanaf 1809 verantwoordelijk predikant te Nuenen is, verhuist hij pas in 1816 naar Nuenen, dat inmiddels met Stiphout, Geldrop en Mierlo één gemeente is geworden. Tijdens zijn predikantschap in Nuenen wordt begonnen aan de bouw van een nieuwe kerk, een zogenaamd waterstaatskerkje, op een perceel aan de Berg, dat bekend stond als Het Ven. Door zijn overlijden in 1821 heeft hij echter de uitvoering van dit plan niet meer meegemaakt. De post van dominee blijft dan enkele jaren vacant en wordt door een predikant uit Eindhoven waargenomen.
1823-1824 Jean Daniel Cocheret de la Morinière
Hij is in 1794 geboren te Amsterdam en zijn loopbaan telt naast zijn korte verblijf in Nuenen een aantal andere kortdurende beroepingen waaronder van 1827-1830 in Luik en Huy, waar hij door de Belgische opstand geheel berooid moet uitwijken naar ‘s-Hertogenbosch. Hij overlijdt in 1860.
1828 -1874 Willem Begemann
Willem Begemann stamt uit een geslacht dat zijn oorsprong heeft in Bega te Noord Rijnland-Westfalen en waaruit ook de familienaam is ontstaan: Mann von Bega wordt Begemann.
Van alle predikanten in Nuenen heeft hij het langste pastoraat gehad met 46 jaar. Hij is de eerste predikant, die aan het pas voltooide kerkje aan de Papenvoort voorgaat.
Hij is sociaal voelend en richt rond 1845 een linnenfabriekje op en haalt hervormde wevers naar Nuenen om de hervormde gemeente te versterken.
Tijdens zijn predikantschap krijgt hij te maken met de overgang naar het katholieke geloof van freule Constance van der Brugghen, die in kasteel Croy woont en de enige protestante bewoner is van Stiphout. Als dominee heeft hij het daar heel moeilijk mee.
Hij laat ook een koetshuis bij de pastorie bouwen en in 1874 bouwt hij de villa Nune Ville, waar hij na zijn emeritaat op 1 januari 1875 gaat wonen.
In de huidige kerk de Regenboog is nog een tastbare herinnering aan dominee Begemann aanwezig in de vorm van een zilveren beker met bijbehorende schotel op de avondsmaaltafel. In de schotel is de volgende tekst gegraveerd: Ter herinnering aan uwen leeraard W.L. Begemann bevestigd te Nuenen 1829 gestorven aldaar 1876.
Willem Lodewijk Begemann (1804-1876)
1875 – 1881 Peter Dreesman
Hij wordt in 1875 bevestigd, nadat beoogd dominee van Gogh eerst nog bedankt heeft voor deze functie. Na een oproep in de Kerkelijke Courant wordt P.G. Dreesman uit Losser te Overijssel uitverkoren. Zijn sollicitatie gaat vergezeld van een belangrijke referentie van professor Hofstede de Groot, die waarschijnlijk de doorslag heeft gegeven bij zijn benoeming.
Hij is een exponent van de Groninger Richting, die een meer rekkelijke benadering van het geloof heeft met gezond verstand en een sociale instelling.
Naast zijn sociale inslag staat hij ook bekend als een heel opvliegend man en daardoor komt hij regelmatig in botsing met de heren van de Maatschappij van Welstand, die zich volgens hem te veel als regenten opstellen en te weinig oog hebben voor de ellende van de pachters.
In 1881 vertrekt hij naar Monnickendam waar hij predikant wordt van de evangelisch-lutherse gemeente.
Peter Gerardus Dreesman (1839-1919)
Theodorus van Gogh (1822-1885)
1882 – 1885 Theodorus van Gogh
Hij was in 1875 al benaderd voor de predikantenfunctie benaderd, maar heeft toen bedankt. Het tweede verzoek in 1882 aanvaardt hij echter wel. Zijn vader was eveneens predikant. Hij trouwt in 1851 met Anna Carbentus en het echtpaar krijgt in totaal 7 kinderen, allen in Zundert, wat dan zijn standplaats is, geboren.
Na zijn benoeming in Nuenen wordt dominee van Gogh een dag later districtsbestuurder voor een van de twee districten rondom Eindhoven van Welstand en lid van het hoofdbestuur. In deze hoedanigheid maakt hij inspectietochten langs de dertig bezittingen van Welstand in zijn district, waaronder boerengezinnen en thuiswevers.
Maar hij is natuurlijk het meest bekend als de vader van Vincent en Theo van Gogh; mede daardoor is er een uitgebreide briefwisseling tussen de diverse gezinsleden bewaard gebleven en weten we veel over het reilen en zeilen van het gezin in de Nuenense tijd. Theodorus heeft het heel zwaar met zijn onhandelbare zoon Vincent, die van 1882-1884 in Nuenen verblijft en schrijft hier regelmatig over aan zijn zoon Theo.
Op 26 maart 1885 zakt hij na een vermoeiende tocht bij de voordeur van de pastorie plotseling in elkaar en men draagt hem levenloos naar binnen; hij wordt op 30 maart (de verjaardag van Vincent) ter aarde besteld op de begraafplaats bij de oude toren.
Casper Everhard Crull (1826-1890)
1886 – 1890 Casper Crull
Hij is werkzaam in Nuenen in een tijd, waarin het onrustig is in de Hervormde kerk. Onder leiding van Abraham Kuyper ontstaat in 1886 de zogenaamde “doleantie”, een beweging die zich afzet tegen het modernisme en zich uiteindelijk ook afscheidt, eerst onder de naam Nederduits Gereformeerde Kerk en later Gereformeerde Kerk geheten. Dominee Crull mengt zich ook in de plaatselijke discussies.
In 1826 is hij in Meppel geboren en hij studeert theologie in Groningen en heeft vanaf 1859 tot aan zijn benoeming in Nuenen al diverse standplaatsen, verspreid over het gehele land, gehad.
Zijn bevestiging in Nuenen vindt in 1886 plaats en met zijn vrouw Charlotte Botterbrodt heeft hij twee kinderen, een dochter en een zoon. Zijn zoon Petrus is boomkweker en komt een jaar later dan de rest van het gezin naar Nuenen.
Na een kort ziekbed overlijdt hij op 11 december 1890 en hij wordt op de nieuwe begraafplaats aan de Broekdijk ter aarde besteld. In 1891 vertrekt de familie zonder zoon Petrus naar Teteringen.
1892 – 1904 Abraham Scholte
Dominee Scholte is geboren in 1836 te Druten en trouwt met Jacqueline Coenen uit Gent (Gelderland). Het echtpaar blijft kinderloos. Hij studeert theologie te Utrecht.
Voor zijn bevestiging in Nuenen in 1892 heeft hij als standplaatsen al gewerkt in resp. Nederhemert, Soesterberg en ‘s-Gravezande.
Hij behoorde binnen de Hervormde Kerk tot een moderne stroming, die zich steeds meer beweegt in een vrijzinnige richting, mede gebaseerd op de verlichte ideeën van de Utrechtse hoogleraar en wijsgeer Opzoomer. Ook tijdens de werkzame periode van dominee Scholte in Nuenen leiden kerkelijke spanningen nog steeds tot afscheidingen en emigreren zelfs grote groepen naar Noord-Amerika.
Over zijn 12-jarige periode in Nuenen valt verder niet heel veel te vertellen; na zijn emeritaat in 1904 vertrekt hij naar Nijmegen waar hij in 1912 overlijdt. Na zijn overlijden ontvangt de Nederduitsch-Hervormde Gemeente van Nuenen een legaat van duizend gulden uit zijn nalatenschap.
Abraham Dirk Johannes Scholte (1836-1912)
Bronnen voor dit artikel:
Religieus Erfgoed Nuenen c.a. (2018); samensteller Jos Thielemans, uitgegeven door heemkundekring Drijehornick
Van domineeshuis tot van Goghhuis (2016) door Peter van Overbruggen en Jos Thielemans, uitgegeven door de Protestantse Gemeente Nuenen