Martinus Verhagen alias “Marte Kuus“

 

Martinus Verhagen, in Gerwen beter bekend als “Marte Kuus”, had een zeer buitensporig gedragspatroon. Hij was geen Gerwenaar van geboorte maar kwam oorspronkelijk uit St. Oedenrode. Aanvankelijk had hij een roeping, maar alras stapte hij uit het klooster en ging op het Laar in Gerwen in een klein boerderijtje wonen met wat koeien en wat kippen.

Zijn huisje werd de “Rooijse Pot”genoemd en is na zijn dood afgebrand en afgebroken.

De koe gebruikte hij als trek- en lastdier en ze werd dan ook voor de kar en voor de ploeg gespannen.

Martinus Verhagen (‘Marte Kuus’) aan het ploegen met een van zijn koeien

Zo kuierde Mart eens op zijn gemak tien meter voor de ingespannen koe met kar uit het Broek vandaan toen hij door de politie werd aangehouden. Ze vroegen hem waar hij de op de kar liggende mutsert had gehaald, waarop Mart omkeek en verontwaardigd riep: “nou hebben die verrekte jong dat stiekem op mijn kar gegooid”. Voor dat de politie iets terug kon zeggen kiepte hij zijn kar om en de politie kon de rotzooi aan de kant gooien.

Zo was de heer Donkers eens zijn kloek met kuikens kwijt en hij vermoedde wel dat ze bij Mart waren. Toen de politie op controle kwam en de kloek met kuikens ontdekte zei Mart ad rem: “die zijn hier uit eigen vrije wil naar binnen gelopen”.

Als kinderen bij Mart aan de pruimen of appels gingen dan schoot hij met een oud jachtgeweer met hagel op ze. Een vrouwenhater is hij niet geweest maar zij bleven bij hem uit de buurt. Zijn schatten en verzamelingen waren zilveren munten welke hij in melkkruiken in de grond verstopte. Toen Mart op leeftijd begon te raken was er wel een soort sociale controle, maar hij liet niemand binnen in zijn tot pakhuis veranderde woning vol met kisten en zakken en andere rommel, waar hij tussen sliep. Om overeind te komen had hij een touw gespannen waaraan hij zich kon optrekken als hij overeind wilde komen.

Toen Mart overleed is de gemeente komen kijken en het verhaal gaat dat hij zo vies was dat men hem met een pikhaak in de kist heeft moeten trekken. Hopelijk heeft hij nu een beter leven.

 

Dit artikel is geschreven door Jos Thielemans en eerder verschenen in het boek “Bij ons in het dorp; Gerwen in woord en beeld in de 20e eeuw” (2005).

Het woonhuis (De Rooijse Pot) van Mart Verhagen op het Laar