10 Haaa-meezingen!

 

Mij welt op in het gemoed

Om wat de schapen blaten doet

En waarom de kikkers kwaken.

                        Daan Zonderland

Misschien komt het maar raar over om blaten en kwaken te betrekken bij zingen. Voor de geoefende serieuze zangers misschien wel een belediging van jewelste. En dan ook nog zangers vergelijken met schapen en kikkers. “Hoe haalt hij het in zijn ykculkop?” hoor ik hier en daar al mompelen.

Maar lieve mompelaars, blaten van schapen en kwaken van kikkers horen bij de natuur als de bliksem hoort bij de donder. Deze dieren zijn er niet op uit om slechts te blaten en te kwaken. Zij geven hiermee uiting aan wat hen bezield. Zij laten horen blij te zijn en met plezier in het leven te staan. Het komt helemaal vanuit hun binnenste. Zij móéten die geluiden maken. Zij kunnen niet anders. Het maakt deel uit van hun leven. Elk dier doet dat op zijn eigen manier.

Zingen is onze manier. Al zingend laten we zien wie, wat en hoe we zijn en hoe ons gemoed ervoor staat. Dit zal voor de ene liefhebber mooi op toon zingen zijn, precies in het ritme blijven en de juiste luidheden afwisselen. Voor de andere liefhebber is dit door te jodelen, joelen, kwelen, lallen, uit maat zingen, vals zingen, uit volle borst zingen, van de wijs raken, brallen of brommen. Het is duidelijk dat deze tweede groep liefhebbers veel groter is en meer mogelijkheden heeft zich in gezang uit te leven.

Beide groepen dienen van de partij zijn bij het “Haaa-meezingen”. Dit wordt dan één groot carnavalszangfestijn.

Laten wij er met z’n allen voor zorgen dat die zondagmiddag in en rond het Park geen plek meer vrij is. Stampvol moet het er zijn met zangers en zangeressen die zich met passie in gezang uiten.

Ik ben er. 

 

Ykcul