Lezing “De kartering van het hertogdom Brabant” door Mathieu Franssen.

In de 15e en 16e eeuw veranderde het venster van de Europese mens ingrijpend. Bij deze veranderingen speelde de ontdekking van de boekdrukkunst een belangrijke rol. Bestaande en nieuwe kennis en opvattingen werden daardoor voor veel meer mensen bereikbaar.
In de tweede helft van de 15e eeuw werden voor het eerst gedrukte kaarten uitgegeven.
Ook het hertogdom Brabant werd (langzaam) in kaart gebracht.
De vorsten en de  economische expansie en algemene wetenschappelijke interesse waren allemaal impulsen voor de ontwikkeling van de cartografie. Vooral de universiteit van Leuven speelde daarbij een belangrijke rol waarbij de studenten  Jacob van Deventer en Gerard Mercator genoemd moeten worden.  Van Jacob van Deventer is een allereerste kaart van het Hertogdom Brabant uit 1536 bekend.
In de ruim 250 jaar tussen de vermelding van een eerste kaart van Brabant van Jacob van Deventer in 1536 en het verdwijnen van het hertogdom in 1795 zijn een groot aantal kaarten van dit gebied gemaakt.

In de lezing gaat Mathieu in op het ontstaan van de kaarten en de decoratieve functie zoals de rijk gedecoreerde kanten. Ook gaat hij in op de landmeettechnieken en productiemethoden en het wisselend verloop van de grenzen. Gedurende twee decennia heeft hij samen met een collega onderzoek naar de kaarten gedaan wat resulteert in zijn boek “Brabantia Ducatus” dat medio 2018 uitkwam. Mathieu Franssen heeft een werkzaam leven in het middelbaar onderwijs achter de rug en was als docent van 1970 tot 2014  in de vakken geschiedenis, staatsinrichting en maatschappijleer  verbonden aan de Pedagogische Academie de Kempenhorst te Oirschot en het Strabrecht College te Geldrop. Momenteel is hij werkzaam als freelance onderzoeker bij de Universiteit van Amsterdam in het historisch-cartobibliografie Explokart project naar de kaarten van het graafschap Vlaanderen.