2 mei 2019

Over etser Johannes Proost en Nederwetten

door: Peter Thoben
Kunst- en cultuurhistoricus Peter Thoben, voormalig directeur-conservator van Museum Kempenland Eindhoven, geeft een lezing over de ‘vergeten’ kunstenaar Johannes Proost, die van 1906 tot 1911 op de Bloemhoeve in Nederwetten heeft gewoond en gewerkt.
Peter Thoben is vrijwillig conservator van het Andreas Schotel Museum in Esbeek dat werk van Johannes Proost in bezit heeft.
Van half april tot half juni worden portretten en (Brabantse) etsen uit de Nederwettense periode van Johannes Proost geëxposeerd in het Heemhuis van heemkundekring De Drijehornick uit de collectie van het Andreas Schotel Museum.

Over etser Johannes Proost en Nederwetten

Domineeszoon Johannes Proost (Geervliet 1882) moet artistieke capaciteiten gehad hebben, want na de Rijks H.B.S. in Zaandam en militaire dienst gaat hij in 1904 studeren aan de Rotterdamse Academie. Vanaf 1905 verblijft hij in Brabant, eerst in Uden waar ook Piet Mondriaan rust heeft gezocht. Na zijn huwelijk met Charlotte Sjouerman vestigt hij zich in Bladel conform de toenmalige mode onder kunstenaars om “diep in het boerenland” te zitten. Al na vier maanden vertrekken ze in maart 1906 naar Nederwetten, waar ze woonruimte huren in de Bloemhoeve en waar zijn eerste etsen tot stand komen. In 1913 gaat Johannes Proost studeren aan de Antwerpse academie.


korenschoof Nederwetten, 1908

Binnen de Sociaal-Democratische Partij (SDP) en later de Communistische Partij, is Proost zeer actief. In dienst en in opdracht van de partij voert hij onder het pseudoniem Jan Jansen koeriersdiensten uit en onderhoudt met revolutionaire arbeidersbewegingen in Duitsland contacten.
Hij woont in Moskou als Nederlands partij-afgevaardigde bij de Communistische Internationale. Na terugkeer in 1923 in Rotterdam gaat hij weer etsen en trekt met graficus Andreas Schotel op, die zijn etsen afdrukt. Met de zeventiende-eeuwse etsen van Hercules Seghers als voorbeeld ontwikkelen ze samen de ‘schone’ druktechniek. Daarnaast blijft communist Proost alias Jansen ‘onopvallend’, onzichtbaar voor de buitenwereld, politiek actief en zou betrokken zijn bij een reactionaire communistische groepering met scheepssabotages, zodat hij op de lijst van staatsgevaarlijke personen voorkomt. Kort voor de Duitse inval wordt Proost preventief opgepakt en komt uiteindelijk in het Duitse concentratiekamp Sachsenhausen terecht, alwaar hij in 1942 aan een longontsteking overleden zou zijn. Al zijn bezittingen inclusief tekeningen, etsen en etsplaten gaan bij het bombardement op Rotterdam in 1940 verloren. Door toedoen van zijn vriend Andreas Schotel, die het ‘volledig’ etswerk van Proost aan het museum Boymans schenkt, komt in 1947 een herdenkingstentoonstelling met publicatie tot stand. Het kunstenaarschap van communist Johannes Proost lijkt tevens als dekmantel gefungeerd te hebben voor zijn conspiratieve en spionage- activiteiten.


Bloemhoeve Nederwetten, 1910

Een intrigerende kunstenaar met een ongewoon levensverhaal dat nog vele onbeantwoorde vragen heeft. In de lezing zal niet alleen het Brabantse (Nederwettense) werk van Johannes Proost aan bod komen, maar het levensverhaal voor zover dat te achterhalen valt in de context van zijn tijd geplaatst worden.