Van A(ldenhuysen) tot Z(older)

Door Peter van Overbruggen

Vrijwel iedere dinsdagmiddag zijn op het parochiesecretariaat van de H. Clemenskerk aan het Park twee heren aan het werk. De heemkundigen Hans Dirksen en John Parmentier zijn daar al geruime tijd bezig om het papieren archief van de Nuenense parochie te inventariseren.
Hieronder vertellen zij aan ons heemkundelid Peter van Overbruggen hun ervaringen van deze gigantische klus, die voorlopig nog niet klaar is.
De directe aanleiding tot het gesprek is de lopende verhuizing van het parochiearchief naar een nieuwe en fraaie “archiefkamer” op de eerste verdieping boven de keuken van de pastorie aan het Park. Het gaat daarbij om alle stukken, die afkomstig zijn van de voormalige parochies van Nuenen, Gerwen en Nederwetten.

Hoe zijn jullie te werk gegaan?
Aanvankelijk was het de bedoeling dat alles naar het streekarchief, het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, zou worden overgebracht voor inventarisering. Door bezuinigingen daar ging dat niet door.
We zijn begonnen met de parochie van de H. Clemens Nuenen en na een onderbreking, tijdens de verbouwing van de pastorie in 2008-2009, verder gegaan. Dat archief was – zwak uitgedrukt – nogal ‘ongeordend’. Het Gerwens archief (vier meter archiefdozen) en dat van de H. Lambertusparochie  (ruim één meter papier) uit Nederwetten daarentegen troffen we keurig op onderwerp geordend aan. Van beide laatste is de inventarisatie afgerond. Het archief van de voormalige St. Andriesparochie ligt hier nog op de pastoriezolder.
Er is een afspraak gemaakt met het kerkbestuur, dat de Heemkundekring Drijehornick het beheer houdt en ook doorgaat met inventariseren van het ‘courante’ archief, als dat naar het ‘statische’ archief gaat. Het totale archief is, wanneer we daar met de inrichting klaar zijn, (op afspraak) in de mooie (verwarmde!) archiefkamer door iedereen te raadplegen. De digitale bestanden zijn zowel bij het parochiesecretariaat als in het Heemhuis van de heemkundevereniging Drijehornick aanwezig. Dus alles wordt over enige tijd gemakkelijk toegankelijk voor geïnteresseerden.

Zijn jullie nog spannende zaken tegengekomen?

Zien we nog iets spannends?

De leuke dingen uit het archief zijn de afgelopen jaren al in ons heemkundeblad Drijehornickels verschenen of in andere heemkundeuitgaven, zoals de oorlogservaringen van Nuenense pastoors. Bijzonder is het feit dat de parochie zo veel grote schenkingen heeft gekregen van betrekkelijk veel Nuenenaren. Terwijl je zou denken, dat het maar een arme parochies waren. Wie weet wilde men zo wel de ‘eeuwige zaligheid’ verkrijgen?
Het mooie is, dat je via dit archief van de kerk zoveel informatie krijgt over de dorpsgeschiedenis en de grote invloed van de pastoor op het maatschappelijke leven.  Er zitten bijvoorbeeld ook allerlei openbare verordeningen bij uit de oorlogstijd, zoals over Arbeitseinsatz, lidmaatschap van de SS, houding tegenover het communisme, dus veel historische informatie.
Er waren vanuit het verleden al drie parochies in Nuenen, maar er had er nóg een kunnen zijn. Opwetten en Eeneind hebben namelijk in het begin van de vorige eeuw geprobeerd om samen een aparte parochie te stichten. Dat gebeurde op aandringen van de families van Sengers en Van Hoorn (achtereenvolgende eigenaars Opwettense Watermolen). Daar heeft de Nuenense pastoor echter een stokje voor gestoken.
Het is ook opvallend dat voor elke futiliteit toestemming aan de bisschop gevraagd wordt. Bijna altijd komt zijn antwoord per ommegaande terug, namelijk gewoon geschreven op de achterkant van de verstuurde verzoekbrief. Uit 1913 zijn we een bijzonder schrijven van de Bossche bisschop tegengekomen. Hij laat desgevraagd aan de Nuenense pastoor weten, wat deze met een door een parochiaan geschonken fiets wel en niet mag doen. Namelijk: niet naar Eindhoven fietsen, niet in vrouwelijk gezelschap en niemand achterop nemen!

Is het archief compleet of mis je een doorlopende lijn?

nog enkele losse eindjes

De doopboeken, als de voorlopers van de burgerlijke administratie een grote bron van persoonsinformatie, zijn niet compleet. Rond 1811 moesten de parochies op last van Napoleon immers hun doopregisters afgeven aan de plaatselijke overheid. Van Lent van de H. Clemenskerk was wel zo slim om eerst alles over te schrijven.
De zogeheten memorialen (soort logboeken van de parochies) zijn door de opeenvolgende pastoors soms heel matig of helemaal niet bijgehouden. De zielenherders Van Lent in de 19e eeuw en Aldenhuijsen in de vorige eeuw zijn positieve uitzonderingen.

Is het einde van jullie werk in zicht?

Voorlopig nog werk genoeg

Voorlopig niet: aan de Sint-Andriespaochie moeten we nog beginnen en bovendien komt er steeds nieuw archief bij. Als we klaar zijn met de papieren stukken, dan doen we ook nog de inventarisatie van de liturgische en kerkelijke voorwerpen die op de zolders van de pastorieën nog onder het stof liggen.
Wie weet, kunnen die stukken in de verschillende kerken – al of niet permanent – een mooi plekje krijgen, zodat ze weer bewonderd kunnen worden…

Hoe ver gaat het archief terug?
We hebben stukken aangetroffen uit 1649 en bijvoorbeeld een beschrijving van de aankoop van een ‘Laatste Avondmaal’ uit 1600, welk schilderij nu in de kamer van Hans Vossenaar hangt. Er is ook een prachtige boekencollectie en persoonlijke correspondentie van pastoor Herman Aldenhuijsen. Deze had bijvoorbeeld een bisschoppelijke brief bewaard uit 1768, waarin een familielid en naamgenoot van hem, Joannes Aldenhuijsen uit Borkel & Schaft, uit het pastoraat ontslagen wordt wegens ‘krankzinnigheid”. Misschien was de man dement geworden.